Hoe Jacob van Lennep Amsterdam redde
Voor Amsterdammers was schoon drinkwater heel lang niet zo vanzelfsprekend als nu. Tweehonderd jaar geleden gebruikten de meeste Amsterdammers het water uit de gracht nog om te koken en te wassen. Maar in dat water werd ook allemaal afval gegooid. Veel mensen werden daar ziek van. En er gingen zelfs mensen aan dood. Schrijver en politicus Jacob van Lennep (1802-1868) bracht daar verandering in. Hij zorgde dat Amsterdammers schoon water uit de duinen kregen voor 1 cent per emmer. Dat water drinken we in Amsterdam nu nog steeds.
De stad Amsterdam had vroeger een groot probleem: het stonk er verschrikkelijk. De grachten waren een open riool waar van alles in dreef. Bijvoorbeeld slachtafval, dode dieren en poep en plas. Het water in de grachten was zo vies dat er geen goed drinkwater van te maken was. Daarom werd schoner water met schepen vanuit de Vechtstreek naar de stad gebracht. Maar de meeste arme mensen konden dit water niet betalen. Zij gebruikten water uit de gracht. Veel mensen werden daar ziek van. En soms gingen ze er zelfs aan dood. Vooral cholera maakte veel slachtoffers.
De Goudsbloemgracht rond 1850.
Cholera
In de 19e eeuw kwam cholera veel voor in Europa. Honderdduizenden mensen gingen dood aan deze ziekte omdat ze besmet water dronken. Cholera veroorzaakt ontstekingen in de darmen en diarreeaanvallen. Zo raakt het lichaam veel water kwijt, tot wel een liter per uur. De ziekte droogt het lichaam dus uit en de huid wordt blauw. Vandaar de bijnaam ‘blauwe dood’. Organen stoppen ermee als ze niet genoeg vocht krijgen. Zonder behandeling sterft een cholerapatiënt vaak binnen een paar dagen.
Het is te danken aan het schone duinwater dat tijdens de uitbraken van cholera van 1855 en 1866 in Amsterdam veel minder slachtoffers vielen dan in andere grote steden in Nederland. De ziekte kwam daarna bijna niet meer voor.
Hoe het begon
Het bestuur van de stad maakte plannen om het vieze grachtenwater te verbeteren, maar er kwam niet veel van terecht. Het beste was om de stad te verruilen voor een huis buiten de stad. Maar dat konden alleen de rijken betalen. Zo woonde rijksadvocaat en schrijver Jacob van Lennep vaak op het landgoed Huis te Manpad in Heemstede. Het verhaal gaat dat zijn vrouw hem op een warme zomerdag in 1845 een glas helder duinwater inschonk. Ze genoten ervan. “Kunnen we dit duinwater niet naar Amsterdam brengen?”, vroeg mevrouw Van Lennep. Dat was het begin van het plan om duinwater van Heemstede naar Amsterdam te brengen.
Een portret van Jacob van Lennep.
De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij
In datzelfde jaar bedacht ingenieur Christiaan Vaillant een plan om via een pijpleiding duinwater te leveren aan Amsterdam. Daar was 2,5 miljoen gulden voor nodig. In Nederland lukte het niet om mensen te vinden die het project wilden betalen. Maar in Engeland wist Jacob van Lennep wel wat rijke Engelse geldschieters te vinden. Zo werd met toestemming van koning Willem III in 1851 de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij opgericht met Van Lennep als voorzitter. Het werk om de leiding van de duinen naar de stad te leggen kon beginnen! Er kwam een pompstation bij Vogelenzang waar water uit de duinen werd opgepompt dat door gietijzeren leidingen langs de Haarlemmerweg naar de Willemspoort (nu Haarlemmerpoort) werd gebracht. Er waren 8.850 buizen nodig over een lengte van 23 kilometer. Voor die tijd een enorme prestatie!
Werkmannen leggen de leidingen aan.
20.000 emmers
Vanaf 12 december 1853 konden Amsterdammers bij de Haarlemmerpoort een emmer duinwater kopen voor 1 cent. Dat was een stuk goedkoper dan water uit de Vecht dat met schepen naar de stad werd vervoerd. Dat kostte namelijk 2 cent per emmer en was dus dubbel zo duur. In de eerste 2 uur werden al 1.000 emmers duinwater verkocht. De mensen stonden in de rij voor het water. In de kranten stond hoeveel emmers water er werden verkocht. Zo viel te lezen dat er op een dag in de eerste maand meer dan 20.000 emmers duinwater waren verkocht. Zo werd schoon drinkwater voor veel Amsterdammers betaalbaar. Een grote verbetering voor de gezondheid. Tegenwoordig gebruiken Amsterdammers gemiddeld 14 emmers water per persoon per dag. Daar hoef je niet meer voor in de rij te staan. In 170 jaar is de prijs voor drinkwater nauwelijks gestegen. 10 liter kraanwater kost nu ongeveer 2 cent. Dat is spotgoedkoop vergeleken met veel andere producten.
Wist je dat...
- we in Amsterdam een Jacob van Lennepkanaal, een Jacob van Lennepkade en een Jacob van Lennepstraat hebben?
- er sinds 2016 een standbeeld van Jacob van Lennep staat achter de Haarlemmerpoort?
- we al sinds 1853 ruim 66% van het drinkwater van Amsterdam voorzuiveren in de Amsterdamse Waterleidingduinen?