De onderwaterwereld van Amsterdam
Wat zou Amsterdam zijn zonder zijn grachten? Dat vinden niet alleen wij, maar ook de vele dieren en planten die er leven. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Vanuit alle windstreken en uithoeken zwemmen ze naar onze waterrijke delta. Een uniek leefgebied waar het zoete rivierwater haar weg via het brakke IJ vindt naar de zilte zee. Een plek waar de haring, de bot én de baars zich thuis voelen.
Dit brakke trio zijn niet zomaar vissen. Het zijn de soorten die het onderwaterverhaal van Amsterdam vertellen. Ontstaan aan de boorden van de Amstel en het IJ, naar de groei en bloei door de eeuwen heen. En van de bijzondere ligging op de scheiding tussen zoet en zout(er) water.
U kunt deze video niet bekijken omdat tracking cookies uit staan. Lees meer op de privacy- en cookiespagina.
Luister het hele gedicht over Het Brakke Trio. Geschreven en ingesproken door stadsdichter Marjolein van Heemstra. Je kunt de podcast luisteren via Spotify(U verlaat deze site) (U verlaat deze site), Apple Podcasts,(U verlaat deze site) (U verlaat deze site) Google Podcasts(U verlaat deze site) (U verlaat deze site) of Anchor(U verlaat deze site) (U verlaat deze site).
De bot
De bot is een platvis die paait in het zoute zeewater, maar groeit op in de zoete Amstel. Stadsdichter Marjolein van Heemstra vatte het bijzondere dier in woorden: Water, zal hij zeggen is geen plek maar een reis. Een langzame verandering van smaak. Brak is een passage en de bot is een passant. Hoe die veranderende smaak van zout naar zoet eruitziet, zie je op deze kaart van Amsterdam (U verlaat deze site).
De baars
De baars is een vis die, net als de bot, floreert in de delta van Amsterdam. Ze zwemmen van de zoute Noordzee naar het brakke IJ en vervolgen hun reis door de wereldberoemde grachten en de brede Amstel. Zelfs een wijk is naar hen vernoemd, zoals ook families én zelfs visclubs uit de 19e eeuw met elk hun eigen stamkroeg, vaandel en ambachtelijk baarstonnetje.
De haring
De laatste van het brakke trio mag zeker niet ontbreken. Deze typisch Hollands lekkernij maakte Amsterdam groot en schonk de stad veel welvaart. De haring. In scholen gedijen ze in de ondiepe Noordzee, maar bezoeken ook graag het brakke water van het IJ. Al eeuwenlang worden deze vissen gevangen. In 1380 werd in Amsterdam het ‘haringkaken’ uitgevonden dat – samen met het zouten - bijdroeg aan de populariteit van de soort én de handel en groei van Amsterdam.
Migreren
Dijken en sluizen maken het vissen moeilijker om tussen zoet en zout water te zwemmen. Belangrijke obstakels zijn de Afsluitdijk en de sluizen van IJmuiden. Vissoorten zoals de bot en de paling migreren via de Amsterdamse grachten tussen de zoete Amstel, het brakke IJ en de zoute Noordzee. Een geleidelijke overgang is essentieel. Daarom moeten de grachten toegankelijk schoon en plantenrijk zijn én blijven. Zo helpen we vissen met hun trek door het water.
Leer meer over het Brakke Trio van Amsterdam (U verlaat deze site)